BENG! Isoleren is niet van gisteren, maar van eergisteren én morgen

Het isoleren van gebouwen krijgt de komende jaren alle prioriteit. Om de klimaatdoelstellingen te halen – en dat is letterlijk van levensbelang voor de aarde – moet het verbruik van energie fors ingeperkt. Met elkaar zijn we op weg naar een energieneutrale samenleving waarin fossiele brandstoffen steeds meer vervangen worden door hernieuwbare bronnen. Nul op de fossiele meter wordt de norm.

Nu denkt u wellicht: we zijn toch al decennialang bezig met isolatie, is er dan nóg een stap te maken? Wel, om te beginnen is de mensheid in het koude deel van Europa al zeker 500 jaar aan het isoleren. Dat begon in de middeleeuwen toen modder en stro de gaten in gebouwen vulden, om de warmte binnen en de kou buiten te houden. In de 16e eeuw werden ook kurk, mos, kokosvezel en hennep (!) gebruikt in de strijd tegen kou, vocht en tocht. Allemaal organisch materiaal dat wel brandgevaarlijk was, maar vooruit, het hielp een beetje.

In de 17e eeuw werd de spouwmuur voor het eerst gebuikt, een kleine revolutie met een flink comfort verhogend effect. Deze bouwmethode was overigens vooral bedoeld om vocht te weren. Het zou nog een eeuw duren voor tochtrollen en strobalen werden ingezet voor warmtebehoud in gebouwen. Met de opkomst van de industrie in de 19e eeuw nam ook het aantal isolatie-innovaties toe. De spouwen in de muren werden gevuld met houtkrullen, kurk, zaagsel, rubber en wol. Ook de ruimten tussen vloeren werden ermee volgestopt.

Na 1945 kreeg isolatie meer aandacht. Per toeval werd glasvezel uitgevonden en al snel werd glaswol ingezet voor woningisolatie. Een reeks aan innovaties zou volgen, zeker sinds de oliecrisis van begin jaren ’70. De afhankelijkheid van aardolie kwam toen helder aan het licht. Polystyreen, rotswol, PU-schuim werden en worden ingezet, terwijl dubbel- en triple-glas warmteverlies via de raampartijen terugdringen. Ondanks pakweg vijf eeuwen isoleren zijn we nog niet waar we moeten zijn, maar we komen wel steeds dichterbij. We zijn bezig met de op één na laatste stap: die naar Bijna Energie Neutrale Gebouwen, kortweg BENG.

Sinds 1 januari 2021 moeten alle nieuwe gebouwen in Nederland ‘bijna-energieneutraal’ zijn. Wie niet aan de BENG-eisen voldoet, mag zijn projecten niet uitvoeren. BENG brengt drie dingen in kaart: de maximale energiebehoefte van het gebouw, het maximale fossiele energieverbruik en het minimale aandeel hernieuwbare energie. Misschien denkt u inmiddels: oké, maar wat hebben jullie als bouwkundig keurders van bestaande woningen hiermee te maken? Nou, we hebben in de persoon van Pieter de Wit een BENG-gecertificeerd bouwkundig keurder in de gelederen. Hij heeft recent zijn opleiding met succes afgerond en die was geheel gericht op bestaande gebouwen. Want ook daar bepaalt bijna-energieneutraal de ontwikkelingen. Dankzij BENG-kennis binnen De Keurder kunnen we u als koper van een woning – naast het bieden van gedegen bouwkundige keuringsrapporten – ook advies geven over het verbeteren van de energieprestaties van uw huis. Mooi toch, met het oog op morgen?

Terug naar overzicht